Terug
Gepubliceerd op 03/04/2025

Besluit  Gemeenteraad

ma 31/03/2025 - 20:00

Onroerend patrimonium - Definitieve vaststelling rooilijn- en onteigeningsplan fietsverbinding tussen Burchtweg en Molenveld (gedeeltelijke uitbreiding trage weg nr. 88) - Goedkeuring

Aanwezig: Daniël Vandendriessche, voorzitter raad
Phaedra Van Keymolen, burgemeester
Peter De Smet, Steven De Schrijver, Bart Ottoy, Nathalie Meganck, Tom Verbeke, schepenen
Roger Coppens, Sofie Coppens, Laurent Volckaert, Koen Vijverman, Lisa Houtman, Jan Schelfhout, Bart Welleman, Mark Beelaert, Tom Sorgeloos, Sabine De Coninck, Iris Van der Veken, Lesley Heyman, Klaas De Pauw, Kristien Van Cromphaut, Gregory De Mol, Tamara De Schutter, Steven Perreman, Jens Van der Kelen, raadsleden
Pieter De Bosscher, waarnemend algemeen directeur
Feiten, context en motivering

1. Feiten en context

Het lokaal bestuur Haaltert wenst in te zetten op zachte mobiliteit, waarbij de verschillende dorpskernen met elkaar verbonden worden via fietsverbindingen. Hierbij wordt voornamelijk geopteerd om bestaande trage wegen uit te breiden en opnieuw aan te leggen zodat fietsers (en ook voetgangers) op een veilige manier zich kunnen verplaatsen.

De trage weg nr. 88, die een verbinding maakt tussen de Burchtweg en Molenveld, is uitermate geschikt om een dergelijke fietsverbinding aan te leggen. Hierdoor wordt de dorpskern van Haaltert op een vlotte en veilige manier bereikbaar, doordat zwakke weggebruikers de Achterstraat kunnen vermijden.

De fietsverbinding zorgt eveneens voor een goede verbinding met de schoolomgevingen.

Ten slotte wordt door de aanleg van de fietsverbinding de wateroverlast ter plaatse aangepakt door het aanleggen van grachten die ook het water kunnen ophouden.

Studiebureau Meso heeft in opdracht van het lokaal bestuur Haaltert de volgende documenten opgemaakt (in bijlage):

  • beschrijving van de bestaande toestand
  • rooilijn - en onteigeningsplan
  • innemingsplannen
  • schattingsverslag van de minwaardes
  • tabel van innemingen

In eerste instantie is het enkel de bedoeling om thans de rooilijn vast te leggen. In een verder stadium zullen eerst onderhandelingen gevoerd worden met de aanpalende eigenaars om tot grondafstand te komen teneinde de rooilijn te realiseren. Indien deze onderhandelingen niet tot een gunstig resultaat leiden, kan nadien alsnog de onteigeningsprocedure opgestart worden.

Teneinde deze grondverwerving te kunnen verzekeren dient daarom alsnog te worden overgegaan tot onteigening.

Voor bovenvermelde werken werd aldus met gemeenteraadsbesluit d.d. 25 november 2024 het gemeentelijk rooilijnplan voorlopig vastgesteld én de administratieve onteigeningsprocedure opgestart. Dit overeenkomstig het Decreet Gemeentewegen resp. het Vlaamse Onteigeningsdecreet.

2. Motivering

2.1. Wettelijk kader

Overeenkomstig artikel 16, §§2 en 3 van het Decreet Gemeentewegen moet een gemeentelijk rooilijnplan volgende elementen omvatten:

  • de actuele en toekomstige rooilijn van de gemeenteweg;
  • de kadastrale vermelding van de sectie, de nummers en de oppervlakte van de getroffen kadastrale percelen en onroerende goederen;
  • de naam van de eigenaars van de getroffen percelen en onroerende goederen volgens kadastrale gegevens of andere gegevens die voor het gemeentebestuur beschikbaar zijn;
  • in voorkomend geval een berekening van de evt. waardevermindering of waardevermeerdering van de gronden ten gevolge van de aanleg, wijziging of verplaatsing van een gemeenteweg;
  • in voorkomend geval de nutsleidingen die door de wijziging of verplaatsing van de gemeenteweg op private eigendom zullen liggen.

Het gemeentelijk rooilijnplan ‘Rooilijn - en onteigeningsplan van de fietsverbinding tussen Burchtweg en Molenveld (gedeeltelijke uitbreiding trage weg nr. 88)’ omvat al deze elementen.

De trage weg nr. 88 kwalificeert als een gemeenteweg in de zin van het Decreet Gemeentewegen. Gezien de verbreding van de trage weg, is een wijziging ervan noodzakelijk. Dergelijke wijziging vergt steeds de voorafgaande goedkeuring van de gemeenteraad, met de vaststelling van een rooilijnplan.

Artikel 4 Decreet Gemeentewegen bepaalt dat er bij wijzigingen aan een gemeentelijk wegennet rekening moet gehouden worden met volgende principes:

  1. wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
  2. een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
  3. de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
  4. wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
  5. bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.

Navolgend wordt de voorgenomen wijziging aan het gemeentelijk wegennet hieraan getoetst.

2.2. Algemeen belang

Overeenkomstig artikel 4, 1° Decreet Gemeentewegen dienen wijzigingen van het gemeentelijk wegennet steeds ten dienste te staan van het algemeen belang.

Voorliggend rooilijnplan strekt er toe trage weg nr. 88 te kunnen verbreden om er een degelijk fietspad te kunnen aanleggen.

De aanleg van fietsverbinding strekt evident tot het algemeen belang van de gemeenschap, daar men op die manier kan zorgen voor een veilig en vlot fietsverkeer tussen de dorpskernen, maar ook in het kader van de schoolomgevingen. Bovendien wordt ook de waterproblematiek in de buurt aangepakt door de aanleg van grachten die water kunnen ophouden. 

2.3. Uitzonderingskarakter wijziging, verplaatsing of afschaffing

Overeenkomstig artikel 4, 2° Decreet Gemeentewegen is elke wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg een uitzondering, die gemotiveerd dient te worden.

Blijkens de memorie van toelichting bij het Decreet Gemeentewegen werd deze motiveringsverplichting in het leven geroepen, met het oog op de bescherming van de trage wegen, d.w.z. de wegen niet hoofdzakelijk bestemd voor gemotoriseerd verkeer, in het bijzonder de oude voetwegen opgenomen in de atlas der buurtwegen.

Hierbij wenste de decreetgever de ondoordachte opheffing van zulke trage wegen tegen te gaan, gezien hun belangrijke maatschappelijke en mobiliteitsfunctie.

In voorliggend geval moet echter worden vastgesteld dat het de bedoeling is om trage weg nr. 88 te verbreden waardoor het gemakkelijker wordt voor de zwakke weggebruiker om deze te gebruiken.

De voorgenomen wijziging is dan ook verantwoord.

2.4. Verkeersveiligheid

Overeenkomstig artikel 4, 3° Decreet Gemeentewegen dienen bij de beslissingen omtrent de wijzigingen aan het gemeentelijk wegennet steeds de verkeersveiligheid en de ontsluiting van de aangelande percelen in aanmerking te worden genomen.

Betreffende de verkeersveiligheid wordt vooreerst verwezen naar hetgeen dienaangaande reeds uiteen werd gezet onder de titel ‘algemeen belang’.

Voorliggend rooilijnplan strekt er toe een bestaande trage weg te verbreden naar een toegankelijk fietspad, waar fietsers kunnen kruisen zonder elkaar te hinderen. Hierdoor kunnen zwakke weggebruikers veilig en vlot de dorpskern van Haaltert en de scholen bereiken.

Gezien voorliggend rooilijnplan louter in een verbreding van de trage weg nr. 88 voorziet, wordt er voor alle aangelande percelen weinig tot niets gewijzigd. De ontsluiting van de aangrenzende percelen komt met andere woorden niet in het gedrang door voorliggend rooilijnplan.

2.5. Gemeentegrensoverschrijdend perspectief

Overeenkomstig artikel 4, 4° Decreet Gemeentewegen dient zo nodig de wijziging aan het gemeentelijk wegennet te worden beoordeeld in grensoverschrijdend perspectief.

In voorkomend geval paalt de betrokken wegenis evenwel niet aan een van de aanpalende gemeenten, noch kan door voorliggende wijziging van de rooilijn en het wegprofiel redelijkerwijze enige hinder voor de buurgemeenten verwacht worden.

2.6. Actuele functie – toekomstige generaties

Overeenkomstig artikel 4, 5° Decreet Gemeentewegen dient rekening gehouden te worden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder hierbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij dienen tevens de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen te worden.

De trage weg nr. 88 is momenteel al een trage weg in de zin van het decreet gemeentewegen, zijnde een weg voor niet gemotoriseerd verkeer.

Voorliggend rooilijnplan beoogt de aanleg van een bredere fietsverbinding, die er voor zorgt dat zwakke weggebruikers vlot en veilig zich kunnen verplaatsen.

De behoeften van de toekomstige generaties komen door voorliggende wijziging van de rooilijn niet in het gedrang, integendeel, in het licht van de stijgende vraag naar alternatieve en duurzame mobiliteitsalternatieven strekt voorliggende wijziging tot het aanleggen van een fietsverbinding om zo de verkeersveiligheid voor de zwakke weggebruiker gevoelig te verbeteren.

3. Openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek, zoals gevoerd door het college van burgemeester en schepenen, liep tot 9 januari 2025. Omwille van verschillende vragen van belanghebbenden werd deze termijn verlengd naar 9 februari 2025. Intussen werd op 27 januari 2025 een infoavond georganiseerd door het lokaal bestuur Haaltert, samen met het studiebureau. Hierop werden de voorlopige plannen uit de doeken gedaan en konden belanghebbenden zowel algemene als specifieke (die betrekking hebben op hun persoonlijke eigendom) vragen stellen.

4. Bezwaren

Tijdens het openbaar onderzoek werden 6 bezwaren ingediend, die allemaal ontvankelijk zijn. De bezwaren worden genummerd en in bijlage wordt een lijst gevoegd met de namen waarnaar deze nummers verwijzen. Deze bezwaren worden hierna kort samengevat en besproken. De bezwaren zelf worden in bijlage gevoegd.

4.1. Bezwaar 1

Het bezwaar houdt het volgende in:

  • een betonnen fietspad zal het landelijk zicht doen verdwijnen
  • het fietspad is geen oplossing voor de veiligheid omdat het nadien in het gewone verkeer komt
  • er mag geen gracht komen omdat deze tot in de vijver zou komen

Bespreking:

  • Een fietspad heeft geen tot weinig gezichtsimpact omdat het geen constructie is en op maaiveld niveau geplaatst wordt;
  • Het fietspad zal vertrekken tussen een parking en komt uit in een landelijke weg, weg van drukkere Achterstraat – Windmolenstraat zodat er wel degelijk een veiliger impact is voor zachte mobiliteit;
  • De juiste locatie van het fietspad en de gracht zullen bepaald worden bij het afwerken van het project en zullen opgenomen worden in de omgevingsvergunning, zodat het te vroeg is om dit als argument te weerhouden. Bij de omgevingsvergunning wordt een nieuw openbaar onderzoek gevoerd en desgevallend kunnen de klagers in die procedure opnieuw bezwaar aantekenen.

Het bezwaar is ongegrond.

4.2. Bezwaar 2

Het bezwaar houdt het volgende in:

  • er zijn al voldoende en gemakkelijke fietsverbindingen tussen de Burchtweg en dorp.

Bespreking:

  • Het fietspad zal vertrekken tussen een parking en komt uit in een landelijke weg, weg van drukkere Achterstraat – Windmolenstraat. Dit zijn straten van gemengd verkeer waar fietsers tussen de auto’s rijden en ter plaatse zijn er geen verkeersveilige alternatieven voor fietsers.

Het bezwaar is ongegrond.

4.3. Bezwaar 3

Het bezwaar houdt het volgende in:

  • er zou een stuk van de oprit weggenomen worden en het is daar al nipt om de oprit op te rijden;
  • de tuinafsluiting is maatwerk

Bespreking:

  • Standaard is een oprit 3 meter breed. De oprit van de klager is 4,5 meter breed en dus ruim voldoende voor een voertuig. Bovendien wordt slechts een heel klein gedeelte van de oprit ingenomen;

  • De oprit in kwestie maakt geen deel uit van de omgevingsvergunning voor de bouw van de woning;

  • Tuinafsluitingen die verwijderd moeten worden zullen herplaatst of vergoed worden, afhankelijk of de verwijderde afsluiting kan gerecupereerd worden.

Het bezwaar is ongegrond.

4.4. Bezwaar 4

Het bezwaar houdt het volgende in:

  • de onteigening wordt niet gelijkmatig verdeeld over de buren;
  • de afsluiting, tuinhuis, bomen en hagen zullen vergoed moeten worden;
  • er wordt een alternatief voorgesteld door het fietspad vroeger te doen afdraaien.

Bespreking:

  • geen enkele wettelijke bepaling stelt dat het lokaal bestuur de lasten van onteigening evenredig moet verdelen over alle aanpalende eigendommen. Deze manier van onteigenen is bovendien economisch voordeliger wegens minder aantal percelen dus minder aktes, minder afsluitingen te verwijderen, …);
  • de afsluiting, tuinhuis, bomen en hagen zullen vergoed worden conform hun actuele waarde;
  • het voorgestelde alternatief onderbreekt de vlotte doorstroming van het fietsverkeer in de richting van Molenveld. Door het huidige traject moeten de fietsers toch afremmen om op Molenveld te komen, terwijl het alternatief zorgt voor 2 haakse bochten.

Het bezwaar is ongegrond.

4.5. Bezwaar 5

Het bezwaar houdt het volgende in:

  • we hebben gewerkt voor die grond en willen niet dat de gemeente dit steelt

Bespreking:

  • bij een onteigening wordt in een vergoeding voorzien voor de eigenaars.

Het bezwaar is ongegrond.

4.6. Bezwaar 6

Het bezwaar houdt het volgende in:

  • het rooilijnplan voldoet niet aan de decretale vereisten doordat er niet wordt op weergegeven wat de precieze inrichting zal zijn en er geen waardeverminderingen op staan;
  • de noodzaak van onteigening wordt niet aangetoond;
  • er is geen duidelijke invulling van het project waardoor het plan in strijd is met de onteigeningswetgeving;
  • het plan is in strijd met het gelijkheidsbeginsel doordat de onteigeningen niet gelijk verdeeld worden over andere eigendommen;
  • het plan is in strijd met de natuurzorgplicht en de natuurtoets;
  • het plan is in strijd met de watertoets;
  • de voorgestelde fietsverbinding is onveilig door de aanwezigheid van afsluitingen.

Bespreking:

  • het rooilijnplan voldoet aan de minimale vereisten van artikel 16 decreet gemeentewegen. De waardeverminderingen – en vermeerderingen zijn reeds bepaald door het studiebureau (in bijlage);
  • de concrete invulling van het project wordt nog bepaald door het studiebureau i.f.v. de omgevingsvergunning, waarbij de materialen en nutsvoorzieningen nog worden bepaald;
  • momenteel wordt enkel de rooilijn vastgelegd. De onteigening zal in een latere fase gebeuren na onderhandeling met de betrokken eigenaars;
  • de nieuwe rooilijn zal dienen voor de aanleg van een fietsverbinding als verkeersveilig alternatief voor de bestaande wegenis met gemengd verkeer, dus de aanleg van een gemeenteweg, zodat de noodzaak aangetoond is (voor zoverre dit in dit stadium reeds noodzakelijk is). Dit werd zo verduidelijkt in het gemeenteraadsbesluit d.d. 27 november 2024 houdende de voorlopige vaststelling; 
  • de juiste locatie van het fietspad en de gracht zullen bepaald worden bij het afwerken van het project en zullen opgenomen worden in de omgevingsvergunning, zodat het te vroeg is om dit als argument te weerhouden. Bij de omgevingsvergunning wordt een nieuw openbaar onderzoek gevoerd en desgevallend kunnen de klagers in die procedure opnieuw bezwaar aantekenen;
  • op basis van voorlopige plannen van het project komt de rooilijn wel degelijk overeen met hetgeen het lokaal bestuur Haaltert nodig heeft voor de realisatie van de fietsverbinding en de aanleg van (buffer)grachten.
  • bij de onteigening zal bepaald worden hoeveel de ingenomen stukken waard zullen zijn;
  • geen enkele wettelijke bepaling stelt dat het lokaal bestuur de lasten van onteigening evenredig moet verdelen over alle aanpalende eigendommen. Deze manier van onteigenen is bovendien economisch voordeliger wegens minder aantal percelen dus minder aktes, minder afsluitingen te verwijderen, …). Bovendien zullen de betrokken eigenaars vergoed worden;
  • de rooilijn vereist niet dat er een natuurtoets gebeurt. Dit zal pas bij de omgevingsvergunning beoordeeld worden na advies van Agentschap Natuur en Bos;
  • de rooilijn vereist niet dat er een watertoets gebeurt. Dit zal pas bij de omgevingsvergunning beoordeeld worden. Bovendien is een deel van het project bedoeld om te verhelpen aan de waterproblematiek ter plaatse;
  • de verkeersveiligheid wordt wel gegarandeerd door het voorzien van een fietspad van 3 meter breed waardoor er wel voldoende zichtbaarheid zal zijn.

Het bezwaar is ongegrond.

5. Definitieve vaststelling

Aangezien alle bezwaren ontvankelijk maar ongegrond zijn, kan de rooilijn definitief vastgesteld worden.

Juridische gronden
Algemene basisbevoegdheid
Bijzondere bevoegdheidsgronden
  • Artikel 16 van de Gecoördineerde Grondwet;
  • Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikel 2;
  • Decreet houdende de Gemeentewegen van 3 mei 2019, in het bijzonder de artikelen 8, 10, 16, 17, 18, 19 en 27.
Financiële gevolgen
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
Beleidstoets

Voorliggende beslissing kadert in actie 16: Geef prioriteit aan verkeer en een verkeersveilige omgeving in het geheel van ons veiligheidsbeleid.

Publieke stemming
Aanwezig: Daniël Vandendriessche, Phaedra Van Keymolen, Peter De Smet, Steven De Schrijver, Bart Ottoy, Nathalie Meganck, Tom Verbeke, Roger Coppens, Sofie Coppens, Laurent Volckaert, Koen Vijverman, Lisa Houtman, Jan Schelfhout, Bart Welleman, Mark Beelaert, Tom Sorgeloos, Sabine De Coninck, Iris Van der Veken, Lesley Heyman, Klaas De Pauw, Kristien Van Cromphaut, Gregory De Mol, Tamara De Schutter, Steven Perreman, Jens Van der Kelen, Pieter De Bosscher
Voorstanders: Daniël Vandendriessche, Phaedra Van Keymolen, Peter De Smet, Steven De Schrijver, Bart Ottoy, Nathalie Meganck, Tom Verbeke, Roger Coppens, Sofie Coppens, Laurent Volckaert, Koen Vijverman, Lisa Houtman, Jan Schelfhout, Bart Welleman, Mark Beelaert, Tom Sorgeloos, Sabine De Coninck, Iris Van der Veken, Lesley Heyman, Klaas De Pauw, Kristien Van Cromphaut, Gregory De Mol, Tamara De Schutter, Steven Perreman, Jens Van der Kelen
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Besluit

Artikel 1: De gemeenteraad geeft goedkeuring aan de definitieve vaststelling van het gemeentelijk rooilijnplan ‘Rooilijn- en onteigeningsplan van de fietsverbinding tussen Burchtweg en Molenveld (gedeeltelijke uitbreiding trage weg nr. 88)’, opgemaakt door studiebureau Meso.

Artikel 2: De gemeenteraad geeft goedkeuring om dit besluit, voor wat de definitieve vaststelling van het rooilijnplan betreft, onmiddellijk te publiceren op de gemeentelijke website en aan te plakken aan het gemeentehuis als ter plaatse, alsook om de bezwaarindieners per beveiligde zending op de hoogte te stellen van dit besluit en een kopie van het vaststellingsbesluit, samen met het rooilijnplan, onmiddellijk met beveiligde zending te bezorgen aan het departement Mobiliteit en Openbare Werken en de bestendige deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen.

Artikel 3: De gemeenteraad geeft goedkeuring om dit besluit bij uittreksel bekend te maken in het Belgisch Staatsblad en te publiceren op de gemeentelijke website indien er geen georganiseerd administratief beroep werd ingesteld binnen de 30 dagen.

Artikel 4: De gemeenteraad geeft goedkeuring om, na het definitief worden van dit besluit, over te gaan tot de minnelijke verwerving van de noodzakelijke gronden, en indien deze niet mogelijk zijn, waar nodig de onteigeningsprocedure op te starten.