Artikel 4 van de Vlaamse Wooncode formuleert de bijzondere doelstellingen waarmee rekening moet worden gehouden bij de toewijzing van een sociale woning. Het toewijzingsreglement moet het recht op menswaardig wonen waarborgen; het leefbaar samenwonen bevorderen en gelijke kansen voor iedereen nastreven. Elk toewijzingssysteem moet streven naar een evenwicht tussen het algemeen belang en het individuele woonrecht.
De Vlaamse wooncode (art 95 3°) bepaalt verder dat een (eigen gemeentelijk) toewijzingsreglement een lokale invulling kan geven aan de prioriteiten en toewijzingsregels die de Vlaams regering vaststelt.
Vanaf 1 januari 2008 voorziet het sociaal huurbesluit (BVR van 12 oktober 2007) voor de toewijzing van sociale woningen een standaardregime en daarnaast de mogelijkheid van een eigen gemeentelijk toewijzingsreglement.
Wat betreft het standaardregime zijn er twee systemen van algemene toewijzingsregels voor sociale huurwoningen.
De sociale huisvestingsmaatschappijen moeten de sociale huurwoningen toewijzen rekening houdend met achtereenvolgens:
De sociaal verhuurkantoren hanteren dezelfde toewijzingsregels zoals geformuleerd in de punten 1, 2 en 4 maar het derde criterium waar rekening mee wordt gehouden, is een puntensysteem. Een puntensysteem op basis van vier verplichte prioriteiten (1) woonnood (2) kinderlast (3) actueel besteedbaar inkomen (4) mutatievraag van zittende huurder en op basis van 2 optionele gewogen prioriteiten (1) aantal jaren ingeschreven en (2) aantal jaren verblijf in gemeente. In praktijk past het sociaal verhuurkantoor actief op het grondgebied Haaltert dus al een toewijzingssysteem toe voor inwoners van Haaltert. Elke inwoner van Haaltert krijgt namelijk het maximum aantal punten erbij op de wachtlijst voor een sociale woning in Haaltert.
Artikel 26 van het sociale huurbesluit (BVR van 12 oktober 2007) bepaalt dat de gemeente kan afwijken van het algemeen geldend toewijzingsreglement en een specifiek toewijzingsreglement kan opstellen op basis van specifieke behoeften en lokale noden.
Het opstellen van een eigen toewijzingsreglement wordt bepaald in de artikels 26 tot en met 29.
In dit eigen gemeentelijk toewijzingsreglement kan men:
De opmaak van een eigen toewijzingsreglement moet tot stand komen in overleg met alle relevante lokale actoren. De gemeente speelt hierin de trekkersrol.
Zoals bepaald in artikel 26 van het nieuw sociale huurbesluit heeft het lokaal bestuur Haaltert gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een lokaal toewijzingsreglement op te maken. Het lokaal bestuur Haaltert kiest ervoor om in haar lokaal toewijzingsreglement rekening te houden met de lokale binding van de kandidaat huurders.
Lokale binding is een uitbreiding van de optionele voorrangsregel uit het standaardluik. De andere regels uit het standaardluik blijven gelden. De voorrang voor lokale binding geldt pas nadat de absolute voorrangsregels zijn toegepast.
Daarnaast speelt de voorrang voor lokale binding ook steeds binnen de toepassing van de andere voorrangsregels. De andere voorrangsregels primeren dus op de voorrang wegens lokale binding, maar binnen de toepassing van de andere voorrangsregels heeft lokale binding voorrang op afwezigheid van lokale bindingsfactoren.
Het vorige lokaal toewijzingsreglement werd goedgekeurd door de gemeemteraad op 30 november 2020 en werd daarna opgestuurd naar de bevoegde minister. De bevoegde minister was van oordeel dat het opgemaakte lokaal toewijzingsreglement in strijd was met het besluit Vlaamse Codex, de omzendbrief W/2020/04 en de beginselen van behoorlijk bestuur. Het lokaal toewijzingsreglement werd naar aanleiding van deze opmerkingen aangepast zodat het nu wel voldoet aan alle vereisten.
Ingewonnen adviezen
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
Voorliggende beslissing kadert in beleidsdoelstelling 3, actieplan 6, actie 14.1.
Artikel 1. Goedkeuring te geven aan het aangepast lokaal toewijzingsreglement voor sociale huurwoningen lokaal bestuur Haaltert.